De beginselen en verwachtingen voor het passend gebruik van persoonsgegevens bij gezichtsherkenningstechnologie zijn:
1. WETTELIJKE BASIS: Organisaties die gezichtsherkenning gebruiken moeten een duidelijke wettelijke
basis hebben voor het verzamelen en gebruiken van biometrische gegevens.
2. REDELIJKHEID, NOODZAAK EN PROPORTIONALITEIT: organisaties moeten
de redelijkheid, noodzakelijkheid en evenredigheid van hun gebruik van gezichtsherkenning vaststellen en kunnen aantonen.
3. BESCHERMING VAN DE MENSENRECHTEN: Organisaties moeten met name de onwettige of willekeurige inmenging in de persoonlijke levenssfeer en andere mensenrechten beoordelen en dit voorkomen.
4. TRANSPARANTIE: het gebruik van gezichtsherkenning moet transparant zijn voor de betrokken personen en groepen.
5. VERANTWOORDELIJKHEID: het gebruik van gezichtsherkenning moet duidelijke en effectieve verantwoordingsmechanismen omvatten.
6. BEGINSELEN INZAKE GEGEVENSBESCHERMING: Bij het gebruik van gezichtsherkenning moeten alle gegevensbeschermingsbeginselen, met inbegrip van die waarnaar hierboven wordt verwezen, worden gerespecteerd.
Download hier de volledige (Engelse) tekst van de resolutie