Weegt het recht op gegevenswissing zwaarder dan de plicht deze te blijven verwerken?
In het kader van de rechten die betrokkenen kunnen uitvoeren is het soms de vraag of een verzoek van een betrokkene zwaarder weegt dan het recht of de plicht van een verwerkingsverantwoordelijke om de persoonsgegevens te verwerken.
Wat was er aan de hand?
De ouders van een minderjarig kind verzoeken verwijdering door de basisschool Het Palet van persoonsgegevens m.b.t. de sociaal-emotionele ontwikkeling van hun kind.
De rechtbank Oost-Brabant moest hierbij de rechten van de ouders afwegen tegen de plicht van de school om persoonsgegevens te verwerken in het kader van de verwerking van persoonsgegevens volgens de wet op het primair onderwijs.
Conclusie van de rechtbank Oost-Brabant
De basisschool hoeft deze gegevens niet te verwijderen. De Wet op primair onderwijs (hierna: Wpo) biedt namelijk een wettelijke grondslag voor deze verwerking.
Wat is de reden hiervan?
Er was sprake van een conflict tussen de ouders en Het Palet over de houding en het gedrag van hun kind. De ouders gingen daarom op zoek naar een andere school. Als er sprake is van de overgang naar een andere (basis)school, dan levert de latende school persoonsgegevens over de leerling aan aan de nieuwe school. De nieuwe school kreeg daardoor reden tot twijfel of zij de leerling konden toelaten. De ouders hebben daarop Het palet verzocht alle persoonsgegevens van het kind en de ouders te wissen. Het palet wilde niet aan dit verzoek voldoen.
Botsen van rechten
Hierbij botst het recht op gegevenswissing tegen de wettelijke plicht van de school om persoonsgegevens te verwerken.
Artikel 8. Uitgangspunten en doelstelling onderwijs
1 Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat de leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen. Het wordt afgestemd op de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen.
2 Het onderwijs richt zich in elk geval op de emotionele en de verstandelijke ontwikkeling, en op het ontwikkelen van creativiteit, op het verwerven van noodzakelijke kennis en van sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden.
Daarnaast is op grond van artikel 8 lid 6 Wpo een basisschool verplicht om een leerling- en onderwijssysteem te gebruiken.
Beslissing van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat artikel 8 Wpo een voldoende rechtsgrondslag biedt zoals bedoeld in artikel 6 lid 1, onder c AVG voor het verwerken van de persoonsgegevens van de leerlingen in een leerlingvolgsysteem zoals dat door Het Palet is gehanteerd en dat mede betrekking heeft op hun sociaal-emotionele ontwikkeling. De rechtbank verwijst in dit verband naar overweging 45 in de considerans bij de AVG waaruit blijkt dat de AVG niet voorschrijft dat (in geval van het voldoen aan een wettelijke verplichting) voor elke afzonderlijke verwerking specifieke wetgeving is vereist en volstaan kan worden met wetgeving die als basis fungeert voor verscheidene verwerkingen op grond van een wettelijke verplichting die op de verwerkingsverantwoordelijke rust.
Het Palet mocht dus naar het oordeel van de rechtbank om te voldoen aan het bepaalde in artikel 8 Wpo in beginsel persoonsgegevens van [kind] op het gebied van haar sociaal-emotionele ontwikkeling verwerken door [kind] te observeren en de uitkomsten, die kwalificeren als persoonsgegevens, verwerken. In het kader van artikel 42 Wpo kunnen deze gegevens worden opgenomen in het onderwijskundig rapport dat de directeur van de school moet opstellen als een leerling de school verlaat. De gegevens moeten wel voldoen aan de bepalingen van het Besluit uitwisseling leer- en begeleidingsgegevens (Staatsblad 2012, 234).
Voor een uitgebreide lezing verwijzen wij graag naar de uitspraak.