Tweede Kamer kritisch op het gebruik van biometrische identificatie
De Tweede Kamer is kritisch op het gebruik van biometrische identificatie in de publieke ruimte. Tijdens het debat van 21 mei 2024 heeft het Tweede Kamerlid Kathmann (GroenLinks-PvdA) een tweetal moties ingediend over gezichtsherkenning. Op 3 oktober 2024 stuurde de staatssecretaris van Rechtsbescherming een brief aan de kamer, waarin hij op de moties reageert.
In de motie worden zorgen geuit over de naleving van het juridisch kader bij de inzet van gezichtsherkenning en wordt er gevraagd om strengere juridische kaders en een vergunningplicht voor het gebruik van gezichtsherkenningstechnologie door de politie. Het voorstel is om toepassingen van gezichtsherkenning in kaart te brengen en een vergunningplicht te onderzoeken.
In de brief benadrukte de staatssecretaris dat de bestaande wetgeving, zoals de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en de recent ingevoerde Europese AI-verordening, al stevige waarborgen bieden om de privacy en grondrechten van burgers te beschermen bij de inzet van gezichtsherkenning en andere biometrische systemen.
Volgens de brief zijn er strikte regels voor het verwerken van biometrische gegevens en vallen toepassingen zoals gezichtsherkenning onder een verwerkingsverbod, tenzij een uitzondering van toepassing is. Deze regels zorgen ervoor dat gezichtsherkenning alleen onder strikte voorwaarden mag worden ingezet.
In zulke gevallen is een Data Protection Impact Assessment (DPIA) verplicht om de risico’s te beoordelen en te minimaliseren . Verder wijst de staatssecretaris op een nieuwe verplichting vanuit de AI-verordening: vanaf augustus 2026 moeten hoog-risico AI-systemen (waaronder gezichtsherkenning) worden geregistreerd in een EU-database. Dit helpt bij het monitoren en reguleren van deze technologieën.
De brief geeft aan dat de huidige wetgeving en toezichtmechanismen, waaronder de rol van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP), voldoende bescherming bieden voor het gebruik van gezichtsherkenningstechnologie en dat er geen behoefte is aan extra nationale vergunningen zoals in de motie werd voorgesteld.
De volledige brief is hier te lezen:
https://www.eerstekamer.nl/overig/20241009/beslisnota_bij_reactie_op_de_motie/document