Boete voor het onrechtmatig filmen van werkplekken van medewerkers
De Sloveense gegevensbeschermingsautoriteit heeft een verwerkingsverantwoordelijke een boete van € 25.000 opgelegd voor het onrechtmatig filmen van de werkplekken van haar medewerkers en voor het onrechtmatig online beschikbaar stellen van deze opnamen.
Op een niet nader gespecificeerde datum in het verleden heeft de controller videocamera's geïnstalleerd op het bedrijfsterrein. Een deel van de camera's was direct gericht op de werkplekken van de medewerkers. De camera's legden medewerkers op het werk vast en deze opnames waren toegankelijk voor de controller, de manager van de medewerkers, via een mobiele telefoon en ook via een website.
De betrokkenen hadden geen toegang tot de opnames. Er was geen duidelijk zichtbare aankondiging van de lopende video-opname die bij de ingang van de werkplek was geplaatst. Het bedrijf plaatste alleen een bericht over de video-opname op het terrein op een niet goed zichtbare plaats.
De kennisgeving van video-opname bevatte geen informatie over de gevolgen van de opname, de contactgegevens van de verwerkingsverantwoordelijke, of informatie werd doorgegeven aan derden of enige vereiste informatie op grond van artikel 13, lid 1 AVG. Bovendien bevatte de aankondiging geen link naar een website waar deze informatie vervolgens te vinden was.
De Sloveense gegevensbeschermingsautoriteit startte vervolgens een ambtshalve procedure tegen de verwerkingsverantwoordelijke.
Besluit
De Information Commissioner van de Republiek Slovenië (Informacijski pooblaščenec – IP) riep de manager van het bedrijf als verwerkingsverantwoordelijke ter verantwoording, maar ook het bedrijf als geheel.
De IP oordeelde dat de verwerkingsverantwoordelijke artikel 76, lid 4, van de Sloveense uitvoeringswet AVG (Zakon o varstvu osebnih podatkov (ZVOP-2)) had geschonden. In dit artikel worden duidelijk de vereisten gespecificeerd die een kennisgeving waarin de betrokkenen over videobewaking worden geïnformeerd, moeten bevatten, zoals de verwerkingsdoeleinden, het telefoonnummer of e-mailadres of het webadres met het oog op de uitoefening van de rechten van het individu op het gebied van de bescherming van persoonsgegevens of informatie over specifieke gevolgen van de verwerking, in het bijzonder de verdere verwerking. Aan geen van de eisen werd voldaan.
Aan al deze vereisten werd niet voldaan door de verwerkingsverantwoordelijke en verder stelde de IP vast dat het enige doel van de video-opname eenvoudigweg was om de werknemers in de gaten te houden. Het verklaarde dat als de opname voor een legitiem doel was geweest, zoals het waarborgen van de veiligheid van het pand, de werknemers en het bedrijf, veel minder ingrijpende cameraplaatsing voldoende zou zijn geweest. Het IP legt uit dat camera's bij de ingang van het gebouw en bij de kassa's voldoende zouden zijn geweest. Het IP stelde dat het loutere toezicht op werknemers geen legitieme grond voor verwerking vormt.
De doorgifte naar de openbare website werd beschouwd als een inbreuk op artikel 5, lid 1, onder a), en artikel 6, lid 1, van de AVG, aangezien er geen wettelijke basis voor was. Het bedrijf kreeg een boete van € 25.000 en de manager kreeg een boete van € 1.750.
Het uitvoeren van een DPIA had al snel aaan het licht gebracht dat camereatoezicht op deze manier niet is toegestaan en wat er wel mogelijk is zonder de wet te overtreden.
Zelf eenvoudig een DPIA Cameratoezicht uitvoeren? Start hier gratis en vrijblijvend uw DPIA cameratoezicht en voorkom boetes.
Bron: IP (Slovenië) - 0603 30 2023 12 - GDPRhub